Verbeelding en liegen
De verkeerde afslag
In onze wens ons innerlijk te bevrijden en een ‘waar’ mens te worden, hebben we een goede mind-map nodig die ons laat zien waar in onze geest we telkens de verkeerde afslag nemen, verkeerde conclusies trekken of aannames hebben, de verkeerde conditioneringen laten bestaan, enzovoort.
Het is belangrijk om te gaan begrijpen waardoor en waarom dit in ons gebeurt. Want al deze foute werkingen van onze prachtige veelzijdige menselijke geest houden ons bekrompen, afhankelijk, innerlijk zeer verdeeld en afgescheiden van anderen. Ze maken dat we vanuit automatismen reageren op onze omgeving en op onze eigen talrijke innerlijke impulsen. Ze houden beperkende gewoontes in stand en geven ons het idee dat we ‘anders’ zouden zijn, speciaal zelfs, of dat we meer of minder belangrijk zijn dan anderen. Of zelfs dat we er niet toe doen en ‘helemaal alleen zijn’.
Deze in onbewustheid afspelende psychische processen, die door identificatie ontstaan en in stand worden gehouden en ons geestelijk bekrompen, ongelukkig en wispelturig houden, worden veelal ontkend. Ze worden ontkend omdat men er geen weet van heeft, maar ook omdat men denkt ze reeds overwonnen te hebben. Beide aannames zijn onwaar en houden innerlijke onvrijheid en dus ook het ego in stand, want ons ego bestaat louter uit onbewuste identificaties en verbeeldingen. Zo scheppen we beelden van en over onszelf, over anderen en situaties, en zien we geen werkelijkheid meer. Met alle gevolgen van dien. Deze schijnwerkelijkheid, opgebouwd uit verleden en geprojecteerd op toekomst, houdt ons vaak volledig uit Nu. Het kan veel gevoel van ongeluk met zich meebrengen.
We zullen effectief door deze menselijke illusies heen moeten gaan prikken om zodoende, na hiervoor een gerichte inspanning te hebben geleverd, de onwetendheid én kortzichtigheid omtrent ons eigen innerlijk af te leggen. Dit kan door onszelf telkens weer in zelfherinnering te brengen, wat in ons een innerlijk anker zal doen ontstaan.
Onze denkende geest is slim in het bedriegen van onszelf. Het doet dit om, bij gebrek aan beter, een vals gevoel van veiligheid te verkrijgen, want veiligheid is een basisbehoefte in iedereen. En dat leidt tot het pertinent willen behouden van een comfortzone. Onze in onbewustheid mechanisch opererende geest maakt van twee dingen permanent gebruik: verbeelding en liegen. Verbeelding en het voornamelijk hieruit voortkomende liegen is ons grootste struikelblok naar innerlijke bevrijding.
Wat is verbeelding?
Verbeelding komt voort uit onze menselijke mogelijkheid tot creëren. Uit ons vermogen creatief te zijn dus. Uit verbeelding ontstaan prachtige dingen zoals kunst, literatuur, organisatie, uitvindingen, wetenschappelijke ontdekkingen, noem maar op. De menselijke verbeelding is tot heel veel in staat en het is de mensheid – en zijn vooruitgang en bloei – tot enorm groot nut. Het onderscheidt ons ook van de dierenwereld, want daarin is de geestkracht van verbeelding maar in heel beperkte mate aanwezig.
Maar net als dat ons natuurlijke instrument voor het ervaren van verbinding tussen alles (Ahamkara) in onbewustheid kan verworden tot identificatie met van alles en nog wat, zo doet onze creatieve kracht van verbeelding een onwaar beeld van onszelf ontstaan als het in onbewustheid ‘vrijuit’ z’n gang mag gaan. Maar het is dus alles behalve vrij, het is een mechanisch optredend verschijnsel. De verbeelding kan z’n gang gaan omdat we het niet waarnemen en dus ’toestaan’.
Door deze onjuiste verbeelding van ‘mijzelf in de wereld’ creëren we een onjuist zelfbeeld, een illusoire ‘ik’ die van alles denkt en vindt van zichzelf en van de wereld om zich heen. Zo creëren we zelfs meerdere ‘ikken’ waar we in geloven, die afwisselend in verschillende situaties de boventoon voeren. Alles tezamen is dit ons ego.
Die verbeelding kan twee kanten op gaan: of we zitten vol eigendunk en innerlijk applaus over onszelf, en dan voelen we ons oké. Hier ligt de ego-eigenschap van hoogmoed op de loer. Of we zitten vol met twijfels of innerlijk boe-geroep over onszelf en we voelen ons miserabel. Dan ligt er een depressie in onze psyche op de loer. Een ‘verlicht’ ego is net zo beperkend als een ego vol zelfverwijt.
Hierdoor ontstaat dan ook onmiddellijk een vorm van interne consideratie. Dit leidt tot allerlei ongewenste, want beperkende, innerlijke houdingen. Een paar voorbeelden: we houden onze kovel op; we doen ons anders voor dan we dat we ons voelen; we schatten onszelf of een ander te laag of te hoog in; we projecteren onlustgevoelens naar buiten, of we gedragen ons in alles terughoudend vanuit een onderhuidse angst voor onbekenden en het onbekende. Niet nodig om te zeggen dat dit allemaal niet bewust wordt waargenomen en dat we er veel last van kunnen hebben. Om die last dan weer te verlichten, gaan we ons dan maar nóg verder onbewust aanpassen aan hoe we denken dat het voor ons het beste zal zijn, met regels, strategieën of dwangmatigheden en het uiten van kritiek (wat iets anders is dan kritisch zijn) en komen we nog verder van huis. Zelfrechtvaardiging is een hierbij veelgebruikte ’tool’. Door verbeelding creëren we in onze ervaring een persoonlijke ‘realiteit’ en tevens de veronderstelling dat onze omgeving die ‘realiteit’ ook wel zo zal ervaren. A world according to me…
Wat is liegen?
Uit deze innerlijke verbeeldingswereld die we – in ieder geval steeds tijdelijk – voor waar aannemen, ontstaat het liegen. Want uit een onwaar beeld van onszelf ontstaat de rechtvaardiging ervan (zelfrechtvaardiging). We zullen dit valse zelfbeeld dus wel moeten optuigen met houdingen, verklaringen, uitlatingen en/of excuses die onze buitenwereld van echtheid zal moeten overtuigen. Dus doen we uitlatingen die niet waar zijn, of we nemen een houding aan die we innerlijk helemaal niet voelen, of we verzinnen een mooi of lelijk verhaal die de basis vormt van wie we denken te zijn of willen zijn, en waarvan we het beeld helemaal zelf hebben gecreëerd. We kunnen het ‘goede heertje’ spelen, of ‘hard to get’, of ‘in de contramine’, of ‘de arme ik’, of de ‘leermeester’. Er komt geen eind aan de mogelijkheden. Dit liegen gebeurt echt om de haverklap, zonder dat we er erg in hebben. We houden er zelfs onrecht mee in stand.
‘Kun je me even helpen?’ vraagt iemand. ‘Nee, ik heb het druk’, is het antwoord. Maar men liegt, want men had gewoon geen zin om te helpen. De oorzaak van dit liegen wordt niet opgemerkt, laat staan onderzocht. Ook het veinzen van genegenheid is een veelvoorkomende leugen (regel uit de Desiderata).
Omdat we meerdere verbeeldingspersonages in ons kunnen meedragen, die afhankelijk van de situatie de boventoon voeren, zullen ook de leugens die deze zelfbeelden moeten onderschrijven, per situatie wisselen. Zo kan iemand in de ene situatie zeggen ‘ik ben een gemoedelijk mens, ik leef nog enkel vanuit liefde’ en in een andere situatie ‘ik ben hier helemaal klaar mee, rot op!’. Verschillende identiteiten, met verschillende ikken, wisselen elkaar af en liegen een imaginaire wereld bij elkaar die erop gericht is ‘iemand te zijn’. Positief over zichzelf, of negatief, het ego wil niet ten onder gaan, hoe het zich ook voelt. Er is geen enkel verschil, want het is allemaal even onwaar. Elke vorm van liegen verbreekt de verbinding met onszelf en met anderen. Ook liegen we vaak als reactie op een onaangenaam aanvoelende waarheid (unconvenient truth). Dan wordt het mechanisme van projectie ingezet om terug in de comfortzone te kunnen komen.
Oorzaak en gevolg
Er is natuurlijk een reden waarom we dit allemaal laten gebeuren in onszelf. Die ligt in onze opvoeding en cultuur. We worden vanaf onze vroegste jeugd volgestopt met verkeerde voorbeelden en aanwijzingen, foute aannames en verboden, en veel kinderen worden aan hun lot overgelaten. In maar weinig gezinnen wordt kinderen geleerd aandachtig, waarnemend en wakker te zijn op momenten dat er rondom hen dingen gebeuren, maar ook als ze iets voelen of denken. Op scholen wordt hier geen aandacht aan besteed. Sterker nog, ons onderwijs is van dien aard dat het met de natuurlijke alerte aandacht van kinderen al gauw bergafwaarts gaat. Is er in Nederland een school die serieus lessen aanbiedt in bewustwording, zelfreflectie, zelfherinnering en verbindend handelen en spreken…?
Zo kunnen kinderen, vol aangeleerde en identificatie-bevorderende gedachten en gedrag, al spoedig de weg kwijtraken en gevangen raken in zelfbeelden van allerlei aard. Vele moderne ‘ziekten’ (zoals stress, anorexia/boulimie, ADHD, genderverwarring, maar ook de psychische ontregeling die leidt tot zinloos geweld) zijn hiervan het gevolg. Verder ontstaan hierdoor, in kinderen en jongeren, allerlei zogenaamd ‘reële’ behoeften, die op zoek naar vervulling naar buiten worden geprojecteerd en tot veel onrust kunnen leiden. Eenmaal fysiek volwassen ontbeert men dan een mentale en emotionele volwassenheid of zuiverheid.
Omdat er onder volwassenen bijna geen goede voorbeelden en rolmodellen te vinden zijn, zijn er ook geen adequate ‘therapieën’ ontwikkeld voor kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn geworden van een zeer beperkte opvoeding en scholing. Want ook volwassenen leren na de puberteit zelden om wérkelijk wakker te worden en zich innerlijk te bevrijden. Zo gaat onbewustheid en lijden over van generatie op generatie. Veel therapieën en systemen voor gedragsverbetering zijn helaas ontwikkeld door niet werkelijk bewuste mensen, voor nog minder bewuste mensen.
De laatste tijd komt er iets verandering in, lijkt het: mindfulness krijgt nu op sommige scholen ingang, wat met name het bewustzijnsniveau van onderwijzers zal kunnen verbeteren. Het zal de kinderen kunnen gaan behoeden voor de bewustzijnsval waaraan zij nu merendeels zijn overgeleverd, omdat hun onderscheidingsvermogen op die jonge leeftijd nog niet tot volle ontwikkeling kon komen. Deze bewustzijnsval is een verlaten van een vol aanwezig zijn in Nu dat kinderen nog zo eigen is, naar een innerlijke wereld van verbeeldingen over het opgetaste verleden en toekomstverwachtingen. Alleen ontbreken in mindfulness nog de zuivere en eenvoudige instructies die leiden naar het vermogen tot zelfherinnering. Een vermogen dat uiteindelijk alle geestelijke ‘ziekten’ (lees: onvermogen om met dingen om te gaan) die vaak uit beperkte opvoeding zijn ontstaan, kan doen oplossen.
Als we stoppen met ons van alles te verbeelden en met het liegen als gevolg ervan, onmiddellijk als het ons weer overkomt en we dit waarnemen, ontstaat er in ons – bijna als vanzelf – een heldere mentale hygiëne. Dit is een staat van Satya. Dan nemen we onze gevoel- en gedachtewereld waar, wat maakt dat we een mogelijk onderliggend en verborgen gevoel, dat al zo lang en zo graag begrepen wil worden, bloot komt te liggen. Door dit dan werkelijk te voelen, en zo te gaan begrijpen, te herwaarderen en achter te laten ontstaat een werkelijk innerlijke vrijheid in innerlijke éénheid.
Van Zelf sprekend is dit creëren van een zelfbeeld en van een imaginaire werkelijkheid iets wat we zullen moeten opgeven en opdragen.
In onze christelijke traditie bestaat de uitspraak: “Gij zult u geen beeld of gelijkenis maken van wat in de hemel of op de aarde is”. Dat dit nu nog alleen wordt opgevat als fysiek beeld, dus als beeldhouwwerk of icoon, duidt op verloren gegane kennis.
Het gaat in deze uitspraak over de mentale beeldvormingen in ons. Beeldvorming over God, het Absolute, onze Bron, maar ook beeldvorming over alle aardse dingen, waarvan de voor ons belangrijkste: de beeldvorming over mijzelf en over anderen.
Deze beeldvormingen, allen voortkomend uit verbeelding, beperken ons enorm en voeden een voortdurend geloof in onwaarheid en verloochening van onszelf en anderen. Dat dit ons schaadt, in de zin van dat we er ons ongelukkig en onvrij door worden, moge duidelijk zijn. Daarom staat er één zin verder in dat stuk van Exodus: “want Ik, God, ben een na-ijverige God”, wat in werkelijkheid betekent dat onze innerlijke beeldvorming als een boemerang op ons terugslaat. Het is een universele wet waaraan wordt voldaan. Het mentale projectie-mechanisme slaat altijd op onszelf terug.
Met een ‘fysieke’ God heeft dit alles in ieder geval totaal niets te maken! Onwetendheid heeft van God een karikatuur gemaakt, in ons hoofd (bebaarde man op wolk, die bestiert, geeft en neemt) maar zeker ook in dat oude testament. Het beeld dat het Absolute (veelal God genoemd) hierin heeft gekregen is absurd, en toont het enorme verlies van Ware kennis, door de eeuwen heen.
Er bestaat in de Zen-traditie een mooie oude anekdote over liegen, oordelen en het hierdoor opspelende geweten.
In een afgelegen dorpje, omringd door heuvels en bossen, leefde in een klein tempeltje een jonge monnik genaamd Koji. Hij wijdde zijn eenvoudige leven aan meditatie en gebed. Zijn aanwezigheid werd gerespecteerd door de dorpelingen, die hem graag opzochten voor advies en zegeningen.
Op een dag verspreidde zich een roddel door het dorp. Een jong meisje, Mika genaamd, werd zwanger en ze beweerde dat de monnik de vader was. Dit veroorzaakte een golf van opwinding en verontwaardiging. De dorpelingen waren geschokt en boos. Ze gingen naar het tempeltje waar de monnik verbleef en beschuldigden hem van zijn wandaad. Maar Koji bleef te midden van alle opwinding rustig en onverstoorbaar. Zijn enige antwoord op alle beschuldigingen die tegen hem werden geuit was “Is dat zo?”
De dorpelingen, geïrriteerd door zijn schijnbare onverschilligheid, probeerden hem uit te dagen, hem te overtuigen van zijn verantwoordelijkheid en zijn schuld te bekennen. Maar Koji bleef kalm en herhaalde steeds weer dezelfde woorden: “Is dat zo?”
Ze eisten zelfs van de monnik dat hij voor het kind zou gaan zorgen, als boetedoening. Koji was bereid om zijn verantwoordelijkheid te aanvaarden, ondanks dat het niet zijn kind kon zijn en opnieuw zei hij “Is dat zo?”
Ondertussen worstelde Mika meer en meer met haar geheim. Ze schaamde zich voor haar fysieke toestand, maar ook voor dat ze Koji valselijk had beschuldigd en was bang voor de reactie van het dorp als ze de waarheid zou vertellen. Uiteindelijk, onder druk van haar geweten, bekende ze dat de echte vader van haar kind een jonge reiziger was waar ze verliefd op was geworden en die het dorp maar kort had bezocht en alweer was vertrokken.
Toen deze waarheid aan het licht kwam, voelden de dorpelingen zich beschaamd en schuldig over hun haastige oordeel en boosheid. Ze boden hun excuses aan de monnik aan en vroegen om zijn vergeving. Maar Koji, nog steeds even kalm en onbewogen, glimlachte slechts en herhaalde zijn bekende woorden: “Is dat zo?”
De gebeurtenis was een harde les voor het dorp. Ze leerden over de gevaren van voorbarig oordelen, maar ook over de kracht van aanvaarding en mededogen. Het meisje Mika leerde over het onrecht dat liegen met zich meebrengt en leerde haar geweten te volgen.
Voor Koji, de eenvoudige monnik die de storm van beschuldigingen had doorstaan, ging het leven rustig voort, zijn wijze geest onwankelbaar in vrede. Dat ziende konden de dorpelingen ook zichzelf vergeven.
Er bestaan een aantal variaties op deze legende, ook waarin de baby, eenmaal geboren, aan de monnik wordt gegeven met de opmerking “Hier, zorg voor dit kind, het is tenslotte jóuw kind”. Ook hierop antwoordde de monnik slechts met “Is dat zo?” en nam de verzorging op zich.