Ganesha’s beeltenis
Onderstaand interview met Ganesha behandelt de vele spirituele eigenschappen van deze oude Hindoeïstische godheid. De woorden van Ganesha zijn aangepast aan deze tijd. Ganesha is de Bevrijder van innerlijke obstakels.
Interview met Ganesha
.
Goedendag Heer Ganesha. Wat fijn dat ik u mag interviewen!
Maar natuurlijk. En noemt u mij maar gewoon Ganesh.
Oh, dank u wel! Kunt u mij vertellen wie u bent?
Dat doe ik graag.
Ik ben als god van kennis en wijsheid de zoon van Shiva en Parvati, die tezamen symbool staan voor de eenheid van alles. Shiva staat voor het subjectief bewuste en Parvati voor het energetische materiële. Ik, als god, neem hindernissen weg en ben hierdoor de beschermheilige van reizigers op weg naar zelfrealisatie geworden. Ik sta ook bekend als Ekadanta, Eéntand, en als Vignahartha, wat het oplossen van obstakels betekent, in zowel fysiek als spiritueel opzicht. En ook wordt ik Ganapati of Mangal Murthi genoemd. Ik heb vele namen en ben al zeer oud, al meer dan achttienhonderd jaar.
Zo! Da’s niet mis! En wat doet u dan precies?
Als men zich tot mij wendt voor welk werk dan ook, maar vooral in het geval van spiritueel werk, zullen obstakels oplossen en zal men succes in dit Werk hebben. Ik voel mij altijd gelukkig als ik mijn zegeningen geef, zelfs als men mij maar weinig offert of eert. Men zegt wel dat ik de alleraardigste god ben en graag mijn zegeningen ronddeel. Wel… dat klopt!
U bent populair! Ik zie u inmiddels bij jan en alleman in de huiskamer staan, of bij de vijver in de tuin.
Ja dat is zo. Mijn uiterlijk is geliefd. Maar het gaat bij mij, als godheid, natuurlijk om waar ik voor sta.
Als dit voor de eigenaar niet óók waarde heeft, kan ie mij net zo goed op marktplaats zetten.
Tjonge…
U heeft, zie ik, het beeld aangenomen van een soort van olifant. Maar dan toch wel een heel vreemde, want er is veel meer aan u te zien.
Dat klopt. Ik heb weliswaar schijnbaar de olifant als belichaming, maar ik sta voor zoveel meer. U kunt wel zien dat een olifant als ik nergens rondloopt. Maar goed, ik koos niet zomaar voor een olifantenlichaam. Een olifant is groot, krachtig en majestueus, en tevens rustig en bedachtzaam in zijn gang. Maar hij heeft ook het potentieel om te vernietigen. Mijn grote hoofd staat voor intelligentie en bevat een groot denkvermogen. Mijn slagtanden, waarvan één is afgebroken, staat voor het behoud van het goede en voor het achterlaten van wat ons niet langer dient. Mijn enorme buik kan veel verteren, het goede én het slechte, en mijn hart is enorm. Mijn scherpe ogen zijn gefocust en zien alles, en met mijn grote oren kan ik goed naar iedereen luisteren en die staan ook voor mijn grote vermogen van innerlijk horen.
Wat is dat, een groot vermogen van innerlijk horen?
Wel, dat is het vermogen om innerlijk de hoogste en meest verfijnde informatie op te vangen. Ware kennis dus: informatie die feitelijk niet ‘van buitenaf’ tot ons kan komen.
Aha! Een soort antenne dus?
Ja, zo zou je het kunnen noemen, maar dan wel een hele grote schotelantenne!
Ik zie bijvoorbeeld ook dat u veel meer ledematen heeft dan een olifant. Vier armen zie ik, waarvan de handen van alles vasthouden.
Ja, mijn belichaming heeft vier armen, zoals de wereld vier windstreken. Ik bied hiermee dan ook de gehele wereld verschillende dingen aan.
Kunt u mij dit vierledige aanbod uitleggen, Ganesh?
Zeker. Allereerst heb ik mijn onderste rechterhand in de houding van een groet en zegening. Ik groet en zegen de wereld en maak mijn liefdevolle vrede bekend. Net zoals de native Americans in het vroegere Amerika hun handpalmen lieten zien, als teken van vrede, laat ik zien dat ook ik volledig geweldloos ben voor wie de waarheid liefheeft.
Maar deze hand zegt nog meer: ik heb mijn hand, als u het anders beziet, namelijk tevens in een afwerende houding. Hiermee geef ik aan dat niets dat onwaar is mij ooit kan bereiken. Ik houd hiermee alle onwaarheid en alle projecties die vanuit de wereld op mij afkomen op afstand.
Dat is duidelijk. En uw hand daarachter, rechts daarboven? Ik zie dat u een bijl vasthoudt.
Dat klopt. Het is de bijl van het hoogste onderscheidingsvermogen. Deze hakt, zoals een chirurgisch mes ziek weefsel, onwaarheid los van het ware en gezonde. Het ontdoet de mens van identificaties en conditioneringen en misvattingen middels het doorhakken van onnatuurlijke hechting. Kortom, het ontdoet de mens van alle neigingen die hem onwetend, klein en zelfzuchtig houden. Ook gebruik ik wel een touw om dit soort innerlijke obstakels te verwijderen.
En uw linkerhand, boven, die houdt een mooie bloem vast.
Ja, de lotusbloem. De bloem van zuivere liefde en schoonheid. Een schenking aan de wereld van al het goede, al het zuivere, en al het mooie en liefdevolle, voor wie wil ontvangen.
Ik wordt overigens ook vaak zittend op een enorme lotusbloem afgebeeld, want deze heilige bloem staat voor goddelijke geboorte en zuiverheid. De lotusbloem drijft op het water, is zelfreinigend, want aarde of vuil kleeft er nooit aan. Water staat in de spirituele wereld voor innerlijk vloeiende waarheid. Zo drijft de innerlijke lotusbloem dus op waarheid.
Prachtig!
Uw andere linkerhand lijkt een schaal met iets lekkers aan te bieden.
Dat is juist! Ook mijn linkerhand schenkt, en wel al het lekkere en voedzame, al het overvloedige, al het aangename, alle vruchten van het bestaan in waarheid. Want er is overvloed voor iedereen die kan ontvangen, voor iedereen die de vuisten kan ontspannen tot open ontvangende handen.
Dus dat is het, wat uw beeltenis ons vertelt?
Oh nee. Dit is pas een begin. Ik heb namelijk ook nog een slurf. Een bijzonder handige ledemaat met vele mooie eigenschappen: flexibel, multifunctioneel, ademend en (be)grijpend. Het is mijn vijfde ‘arm’, en samen met mijn andere armen staan zij voor de vijf zintuigen die begrip brengen. Want zintuigen maken de ervaring van zin mogelijk en maken het leven tot het feest waarvoor alle mensen zijn uitgenodigd! ‘Tuig’ staat voor ‘instrument dat mogelijk maakt’. Net zoals een vaartuig varen mogelijk maakt en een rijtuig de mens doet rijden, doen de zintuigen de mens zin ervaren.
En uw benen dan?
Goed opgemerkt! In totaal heb ik zeven ledematen. Als totaal staan ze voor de wet van zeven, ook wel de wet van octaven genoemd. Ik zal het uitleggen. Zeven is een heilig getal, uitgedrukt in een universele wet die in onze schepping herkenbaar is. In de muziek is deze wet goed zichtbaar, in onze toonladders van zeven tonen. Overal op de wereld maakt men muziek met zeven tonen, gelardeerd met de overige tonen in het octaaf dat is onderverdeeld in twaalf deeltjes.
Ja… ik wou al zeggen… we kennen toch twaalf tonen?
Zeker. Het getal twaalf is dan ook een heilig getal en dient als verfijning en vervolmaking van de wet van zeven. U herinnert u ook vast de twaalf discipelen van Jezus. De Bijbel staat dan ook vol met zevens en twaalven. U kent natuurlijk onze tijdsindeling: we hebben niet zomaar zeven dagen in de week en twaalf maanden in een jaar, twee maal twaalf uren in een etmaal, het dozijn en het gros; het is alles uitdrukking van wetten. Maar de wet van zeven werkt naast haar zichtbare manifestatie als esoterische wet in onze innerlijke wereld. Hier valt veel over te zeggen…
Nou, daar hoor ik dan graag een andere keer eens uitgebreid over.
Ik zie achter uw hoofd nog een enorme zon.
Ja, dat is de zon van het eeuwige licht van Bewustzijn. Deze innerlijke zon straalt in ieder mens, in ieder wezen. Het is echter zo dat de mens door zijn illusie van afgescheidenheid deze zon meestal niet goed meer kan ervaren: er is te veel schaduw in zijn geest. Deze innerlijke zon van Bewustzijn geeft werkelijk alles kracht en energie! Dat zal de mens gaan zien zodra hij het door heeft… Wie zei dat ook al weer?
Ja, dat was een Nederlands filosoof… ik ben z’n naam even kwijt…
Ik zie ook nog een muis aan uw voeten!
Dat klopt. Zijn naam is Mashika. Maar eigenlijk is het een bandicoot, een hele grote muis, of rat. En die is mij dierbaar, want het is mijn vahana, mijn voertuig. Altijd is hij bij mij en staat dan ook voor de persoonlijkheid van de mens, en dus voor alles wat een mens opdoet en aanleert gedurende zijn leven, vanaf de geboorte. Het zijn namelijk alle verworvenheden die het de mens als individu mogelijk maken zich tot de wereld te verhouden en hierin voort te gaan en te handelen, in elke situatie en op elk moment. De mens kan niet zonder zijn muis.
Waarom een muis en niet bijvoorbeeld een paard?
Wel, het geeft goed aan wat de verhouding is tussen het Zelf in de mens en zijn persoonlijkheid. Een enorm verschil in grootheid, ziet u? Toch kan een mens, in zijn grootse ware staat niet zonder een ‘muis’, zijn persoonlijkheid, die hem ten dienste staat om gedurende het leven om te gaan in de wereld en met de wereld, maar zonder van de wereld te worden. De muis is echter eigenzinnig, dus zal elk mens op moeten passen voor zijn eigenzinnige streken. Elke dag weer! Het is, met al zijn fantastische eigenschappen, toch een heel ongehoorzaam diertje als hij niet naar zijn meester luistert! Muis komt van het Sanskriet-woord mūṣaka en is afgeleid van de wortel mūṣ wat stelen betekent. Hij gaat graag met al mijn goddelijke verdiensten op de loop, haha, en denkt dan dat het zijn verdiensten zijn.
Oh ja? Legt u mij dat alstublieft nog even uit.
Oké, als laatste dan.
De muis wil graag groter zijn dan hij is. Om deze illusie te bewerkstelligen, doet hij zich groter voor door zich met van alles en nog wat te vereenzelvigen, waardoor hij mij, zijn ware Meester, vergeet. Dan denkt hij aan zijn kleine postuur genoeg te hebben. Of hij denkt mij de baas te zijn. Dan denkt hij te kunnen bestaan zónder mij, wat ten ene male onmogelijk is.
Er is een mopje dat dit illustreert: Een olifant en een muis gaan samen op stap. Op een gegeven moment komen ze bij een brug over een rivier. De brug is gemaakt van hout en resoneert prachtig met de zware passen van de olifant. Dan roept de muis opeens in vol enthousiasme tegen de olifant: “Wat stamp ik lekker, hè?!”
Hahaha! Schitterend!
Waar kan ik u vinden, Heer Ganesha, als ik u nodig heb?
In jou, jonge vriend, in jouzelf!