Filosofie in de klas
Óp naar autonomie en bloei!
Interactieve praktische-filosofielessen zijn belangrijk! Voornamelijk voor het middelbaar en voortgezet onderwijs, want ze leren jongeren zelfreflectie op denken, spreken en handelen. Ze passen binnen het aanbod ‘levensbeschouwelijk onderwijs’ en ‘maatschappelijke en persoonlijke vorming’ en geven ook inzicht over waar spiritualiteit voor staat.
Het is belangrijk dat uitgangspunten die zelfkennis stimuleren en die autonomie en innerlijke groei bevorderen al op zo jong mogelijke leeftijd worden aangeboden. Zeker in deze tijd, waarin jongeren zeer in beslag worden genomen door allerlei aandacht-binders als sociale media, smartphonegebruik, trends en games. Onze menselijke geest, en voornamelijk alles wat de werking ervan beperkt, zou minimaal wekelijks in interactieve lessen aan bod moeten komen. Jongeren hebben ook vaak niches en trends waar ze ‘bij willen horen’ door zich ermee te identificeren. Behalve dat dit hun sociale vaardigheden doet ontwikkelen, kunnen collectieve identificaties maken dat een individuele en authentieke ontwikkeling van essentiële talenten en behoeften niet (of laat) op gang komt.
Het is duidelijk dat veel jongeren min of meer verslaafd zijn aan sociale media en apps, en hierdoor niet toekomen aan een ontwikkeling van een ‘innerlijk anker’ dat ze tot volwaardige volwassenen zal doen uitgroeien. Veel mogelijkheden en potentie van jongeren, ofwel hun werkelijke talenten die ze in hun aangeboren essentie hebben meegekregen, moeten zo vroeg mogelijk worden aangesproken. Die mogen niet onopgemerkt en onontwikkeld blijven.
Verder is het opmerkelijk hoeveel gevoelige talentvolle kinderen en jongeren in de raderen van onze harde maatschappelijke werkelijkheid vastlopen, waardoor hun natuurlijke ontwikkeling wordt geremd. Onze maatschappij heeft oog noch oor voor HSP (nieuwetijds-) kinderen en hun belangen en de waarde die deze jongeren vertegenwoordigen.
Om als jongere werkelijk volwassen en autonoom te kunnen worden, op mentaal, emotioneel en lichamelijk gebied, is het nodig dat er tijd en aandacht wordt besteed aan deze ontwikkeling. Niet alleen door ouders, maar ook door de school die ze bezoeken. Dan zullen ze een helder zelf-reflectief bewustzijn kunnen ontwikkelen van waaruit zij de aandacht helder, alert en dus bewust kunnen richten op alles wat ze in het leven gaan tegenkomen, in welke situatie dan ook, leuk of niet leuk.
Een helder zelfreflectief bewustzijn leidt als vanzelf tot zelfkennis. Zelfkennis vormt de bodem van een een leven vol vervulling, zelfexpressie en bloei. En het realiseert een krachtige weerbaarheid tegen situaties waarin onrecht plaatsvindt. Dit mogen we jonge mensen niet onthouden! Dus is ook het onderwijs de plek waarin dit zal moeten worden aangeboden.
De metafoor van de koets, de paarden, de koetsier en de ingezetene, die voortgaan op het wagenspoor kan als speels onderdeel van de les aan bod komen, omdat deze voor iedereen goed te begrijpen is, dus ook voor jonge kinderen. Deze afbeelding laat zien hoe een leerling dit op een tekening heeft weergegeven (de onderwijzer heeft de begrippen erbij geschreven).
Ook de andere Metaforismen (zie tab) zijn geschikt om in lessen te behandelen, zoals die met het aapje dat uitlegt hoe beperkend ‘willen hebben’ kan zijn. Verder zijn er een aantal leuke wakker-maak-oefeningen die kinderen dagelijks kunnen toepassen (als dat willen of als ze eraan denken), waardoor ze zichzelf ook buiten de lessen op een praktische manier met spirituele filosofie kunnen blijven bezighouden.
In het eerste kader hieronder staan wat reacties van leerlingen n.a.v. een evaluatie.
In het tweede kader hieronder staat een fictief gesprek tussen een scholier en een conciërge dat als uitgangspunt kan dienen, bijvoorbeeld als hand-out, de les ervoor.
Het aanbod kan, indien er tijd voor is, gepaard gaan met zelfreflectieve aandachts-handelingen zoals het bespelen van percussie-instrumenten (waarin zal blijken dat jongeren probleemloos ook heel gecompliceerde ritmes kunnen slaan). Ook mindfulness en andere aandacht oefeningen kunnen tot het aanbod behoren, afhankelijk van de lestijd die beschikbaar is.
Vraag gerust om meer informatie!
Evaluatie door leerlingen leverde deze opmerkingen op:
- Michiel had leuke onderwerpen en liet de klas goed meedenken!
- Ik vond het onderwerp erg leuk, want je kon er goed over nadenken.
- Michiel zorgde ervoor dat iedereen iets zei en dat iedereen meedeed met het gesprek.
- Misschien is het leuker als het gesprek iets meer varieert qua onderwerp, zodat we het niet saai gaan vinden.
- Het zou leuk geweest zijn als we begonnen waren met opschrijven van hoe we ons identificeren, dan het gesprek erover voeren, en dan aan het einde nog een keer opschrijven hoe we ons identificeren.
- Het is alweer een tijdje geleden, maar ik denk nog steeds aan het identificeren. Ik denk dan vooral aan wat ik ben, en wat ik kan zijn. Ook is het verhaal over dat je mensen al snel in hokjes denkt mij bijgebleven. Omdat het zo normaal is om het onderscheid te maken tussen (bijvoorbeeld) mannen en vrouwen. Als ik dat nu doe moet ik altijd aan het verhaal van Michiel denken.
- Michiel was veel aan het praten waardoor het uiteindelijk een beetje veel werd. Dus de volgende keer zou hij misschien iets kunnen doen met een PowerPoint of een filmpje, of misschien tussendoor wat kleine opdrachtjes.
- Michiel zei in het begin van de les ‘jullie zijn allemaal filosofen’. Hij legde uit waarom hij dat zo zei en toen dacht ik daarover na en eigenlijk klopt het wel, want als je wel eens verder na hebt gedacht dan nodig zou zijn dan kun je jezelf dus wel een filosoof noemen.
- Ik heb geleerd dat ik beter kan nadenken en meer aandacht kan hebben over de dingen om mijn heen.
- Ik vond de onderwerpen waarover we hadden gediscussieerd interessant.
Gesprek met Luc, de conciërge (hand-out)
.
Hé Jason, je bent weer eens te laat jongen, je zult toch wat eerder van huis moeten gaan als je zo’n end naar school moet fietsen.
Ja, ik weet het, maar ik had een soort van bijna-ongeluk onderweg. Ik schrok me dood.
Oh ja? Wat dan?
Nou, ik reed bijna een hond plat. Die zat opeens voor m’n fiets. Ik moest zo hard remmen dat ik zowat over de kop ging. Eigenlijk doet alleen mijn voor-rem het namelijk.
Zag je die hond niet aankomen dan?
Nee, ik was met er m’n gedachten niet bij. Ik wist niet eens waar ik was op dat moment.
Waar was je dan met je gedachten?
Doet dat ertoe, Luc?
Nee. Waarschijnlijk niet, maar je zult na die bijna-klapper je weg dan toch wel iets wakkerder hebben vervolgd, neem ik aan? Een beetje alerter, bedoel ik.
Nou… ik moest de hele tijd aan die hond denken en dat ik ‘m bijna had aangereden. Ik was behoorlijk in de war en zag het moment steeds weer voor me, zo helder en scherp. Ik voelde alles opeens zo intens op dat moment. Mijzelf, de hond, de omgeving, álles! En ik zag hoe de hond niet wegrende, maar mij diep aankeek. En toen heel bedaard kwispelend doorliep. Eigenlijk een heel bijzonder moment.
Zo! Dat is interessant!
Maar dus zat je wéér in je hoofd, net als voor het rem-incident, maar nu dus met wat er was gebeurd?
Ja, eigenlijk wel, ik heb van mijn fietstocht daarna maar weinig meegekregen.
En daarvóór dan? Waar dacht je toen aan? Je was niet echt wakker, nietwaar? Je zag geen hond, hahaha!
Nogmaals… wat doet dat er nou toe, Luc?
Vertel het me nou maar gewoon, Jason!
Nou ja, hou het dan wel voor je, ja? Anders weet dadelijk de hele school het.
Ik moest steeds aan Luna denken.
Aha, die mooie Luna. Nu begrijp ik het! En wat had je dan voor gedachten?
Nou ja… gedachten… ik zag haar eigenlijk alleen voor me, dat lange donkere krullende haar… haar stem… zoals ze loopt, bijna alsof ze danst, zo licht. Je kunt het eigenlijk geen denken noemen. Het is meer een soort van vóór me zien. Heftig. Het neemt me echt in beslag.
Nou, daar kan ik inkomen, dat heb ik vroeger ook gehad. Maar je kunt met dat mooie beeld van Luna voor ogen dus wel een hondje op je geweten krijgen… Die wordt dan de dupe van jouw verliefdheid…
Nou! Ik ben écht niet verliefd hoor!
Oh…? Is dat zo? Dus je denkt zómaar aan haar?
Nou ja… dat nou ook weer niet…
Lijkt me goed om eens goed te onderzoeken, Jason, wat je in dat fietstochtje hebt meegemaakt. Wat je hebt ervaren in jouw hoofd en in jouw hart, en wat jou nou éigenlijk overkwam in die korte tijd. Volgens mij was je behoorlijk in slaap op jouw fiets. En die hond was jouw wekker. Wat denk jij?
Dat zou wel kunnen zeggen inderdaad. Het was een heftig moment.
Kunnen we hier dan nog eens over doorpraten, Luc? Ik ken namelijk geen mensen waarmee ik over zoiets kan praten…
Natuurlijk jongen! Leuk! Kom maar langs. Ik zit hier toch meestal in mijn kantoortje, en ik vind het ook leuk om over dingen te praten die met mijzelf, met m’n innerlijk bedoel ik, te maken hebben.
Nu maar snel naar je les! Maar eh… wel wákker hè? Anders donder je zo de trap af.
Jason betekenis: hij die zal gezond maken (en zijn ‘draken’ verslaat)
Luc komt van Lucius, licht (van zon en Bewustzijn)
Luna betekenis: godin van de maan (en Zelfreflectie)