Centra van de Geest
Rede, Gevoel, Beweging en Instinct
In de filosofie van de Vierde Weg die door P.D. Ouspensky in het begin van de vorige eeuw naar West Europa is gebracht, maakt de menselijke geest gebruik van vier geestelijke Centra. Vaak wordt dit een psychologische indeling genoemd, maar het is veel meer dan dat. De vier Centra bestaan namelijk in vele levende wezens in de fauna op onze wereld, niet alleen in de mens. Hoe deze vier Centra hun werk doen in dierlijke wezens, is per soort verschillend. Hier een uitleg van de vier Centra in de mens, te beginnen met het Instinct-centrum.
Instinct-centrum
Vaak wordt gesproken van ons reptielenbrein, maar beter kunnen we spreken over ons Instinct-centrum. De werking van dit Centrum bepaalt al onze autonome lichamelijke processen, en merendeels ook de half-autonome processen. Autonome processen zijn alle werkingen van ons lichaam waarover we met onze bewuste geest geen zeggenschap hebben, zoals: hartslag, transpiratie, spijsvertering e.d. Aan al die werkingen hoeven we geen aandacht te besteden om ze te laten voortduren, noch kunnen we ze werkelijk, d.w.z. langdurig beïnvloeden (en dit alleen na intensieve training). De werking van ons Instinct-centrum ligt volledig besloten in onze geïndividueerde essentie waarmee we als mens ter wereld kwamen. Op de half-autonome processen hebben we wel enige invloed. Zo kunnen we onze adem inhouden en onze ogen enige tijd niet laten knipperen. Maar verstandig is dit niet, tenzij het bewust met een doel wordt gedaan. Ook seks en seksuele aantrekking behoort tot dit Centrum en we hebben hier wel enige invloed op, maar in essentie ‘overkomt’ het ons.
Het Instinct-centrum in de mens is (naast de autonome lichamelijke processen) verantwoordelijk voor ‘instinctieve reacties’ die vaak zijn beschreven als het oude ‘reptielenbrein’ dat reageert op externe omstandigheden, zoals de bekende ‘fight, flee and freeze’-reacties. Maar er zijn meer instinctieve processen werkzaam, vooral als een mens in zeer primitieve omstandigheden leeft, of in een grote onbewustheid.
In mens en dier ligt de werking van het Instinct-centrum vast bepaald. Omdat dit Centrum in ons autonoom functioneert, is het nu niet zinnig om ons hier mee bezig te houden bij onze ontwikkeling naar innerlijke vrijheid. (Onze intuïtie behoort niet tot dit Centrum, zoals vaak wordt beweerd). Maar, omdat bijvoorbeeld ook seks voor een groot deel door dit Centrum is bepaald, zal het later aan de orde kunnen komen. Voorlopig bestuderen we onze andere drie Centra, omdat daar een spoedige ontwikkeling mogelijk is, als we er ons echt voor gaan inzetten.
Het Bewegings-centrum
Elke beweging van ons lichaam wordt gegenereerd in ons centrum van de motoriek, het Bewegings-centrum. In dieren is het Bewegings-centrum nauw verbonden met het Instinct-centrum. We kennen allerlei soorten beweging: lichamelijke beweging én geestelijke beweging. Al onze spieren komen in actie door ons Bewegings-centrum, waardoor we kunnen handelen naar de situatie om ons heen. Dit Bewegings-centrum is te trainen. Elke vorm van motoriek kunnen we verbeteren en verfijnen, zodat we tot grote prestaties in staat zijn. We kunnen bijvoorbeeld muziekinstrumenten leren bespelen, leren voetballen of sporten, of welke handeling dan ook professionaliseren.
Of ons Bewegings-centrum goed functioneert en te trainen is, hangt af van onze mogelijkheden en beperkingen in onze geïndividueerde essentie. We hebben aangeboren mogelijkheden voor bewegingen die we kunnen benutten, maar hebben we die niet, dan wordt het lastig ze te realiseren. Ons fysiek bepaalt dus voor een groot deel onze bewegingsmogelijkheden en de verfijning ervan. De een kan bijvoorbeeld goed en complex leren drummen, met vier onafhankelijke ledematen tegelijk, maar een ander niet, hoe zeer ie ook z’n best doet. Onze motorische talenten en beperkingen drukken zich dus uit in ons Bewegings-centrum.
Voornamelijk ons Bewegings-centrum is altijd actief, door ons lichaam, maar ook in onze geest. In onze geest speelt zich vaak veel beweging af en dat is meestal niet nuttig. Hierin herkennen we de verkeerde werking van dit Bewegings-centrum. Het doet zich gelden en intervenieert – altijd mechanisch – in het denken van ons Redelijk-centrum, waardoor onze ‘wakende slaap’ wordt aangejaagd. Het is belangrijk om de verkeerde werking van het Bewegings-centrum te leren zien en te stoppen. Elk moment van wakker worden is hiervoor geschikt.
Het Gevoels-centrum
Ons Gevoel-centrum is ‘gelaagd’. De eerste ‘laag’ van de werkingen van het Gevoel-centrum is die van het fysieke voelen. Zowel ons gevoels-zintuig (de huid) als wel het gevoel binnenin ons lichaam worden mogelijk gemaakt door ons Gevoel-centrum. Onze tactiele mogelijkheden en ons gevoel van pijn of onwel bevinden e.d. worden door ons Gevoel-centrum mogelijk.
De tweede laag van de werkingen van het Gevoel-centrum is die van het emotionele voelen. En hierin is een groot spectrum van voelen waar te nemen: van pijn, verdriet en woede tot welbehagen, lachen en liefde. Daarom wordt dit centrum ook wel ons emotionele centrum genoemd. Het is het centrum van onze emoties en gevoelens, maar ook van gevoelsmogelijkheden die dieren niet hebben, zoals die van toewijding voor wat we doen. Deze laatste werking van ons Gevoel-centrum is heel belangrijk in het proces van innerlijke ontwikkeling en bevrijding.
Het Gevoel-centrum is belangrijk in de ontwikkeling van een mens, net als bij dieren. Er kan veel worden ‘aangevoeld’ van wat goed is voor innerlijke ontwikkeling, maar ook staan veel gevoelens, met name de als negatief ervaren gevoelens, een innerlijke ontwikkeling in de weg. Het is dus zaak om dit in onszelf onder observatie te krijgen en het onderscheid te maken tussen de juiste werking van ons Gevoel-centrum, dat ons verder helpt, en de onjuiste werking die ons hierin tegenwerkt.
Ook kennen we de uitdrukking ‘iets met veel gevoel doen’. Hier is ons Gevoel-centrum dus ten dienste van een handeling vanuit het Bewegings-centrum. Ons gevoel kan dan in zekere zin leidend zijn in onze handeling, waardoor de handeling ‘gevoeliger’ wordt en overmatige vermoeidheid wordt voorkomen.
Ons Gevoel-centrum is ook vrijwel altijd actief, meestal als emotionele kleuring in onze geest. Die kleuring kan een gegronde reden hebben, maar kan ook zijn ontstaan door allerlei gedachtestromen en conditioneringen. Ons gevoel biedt ons enerzijds, als ’taal van onze ziel’, belangrijke informatie: over de situatie waarin we verkeren en over hoe het innerlijk met ons is gesteld en wat we dienen te onderkennen. Anderzijds kan ons Gevoel-centrum allerlei ongeleide sub-gevoelens produceren die ons ‘gevangen’ doen raken en die ons geïdentificeerd, niet adequaat of wispelturig doen handelen. In dit laatste herkennen we de verkeerde werking van dit Gevoel-centrum. Het doet zich gelden en intervenieert – weer altijd mechanisch – in ons denken en handelen, waardoor de ‘wakende slaap’ wordt aangejaagd. Het is belangrijk om de verkeerde werking van het Gevoels-centrum te leren zien en te stoppen. Elk moment van wakker worden is hiervoor geschikt.
Het Redelijk-centrum
Nu komen we bij het Redelijk-centrum, wat voornamelijk ontstond in evolutionair verder ontwikkelde levensvormen. Onze Rede, ofwel ons Intellect, is zover ontwikkeld dat we zelfs in staat zijn zeer grote abstracties te kunnen volgen. Het stelt ons bijvoorbeeld in staat om gedachte-experimenten te doen. Het denken zelf (Manas) is de meest herkenbare werking van ons Redelijk-centrum, net als categoriseren, analyseren en het duiden van complexe zaken. Bij dieren ligt dit anders, want zij hebben geen ratio.
Ons Redelijk-centrum bracht de mens naar zijn mogelijkheid tot zelfreflectie. We hebben als mens een zelfreflectieve geest, die al of niet ontwikkeld is. Ons Denk-centrum is vrijwel altijd actief, soms functioneel, maar meestal herkenbaar als overpeinzingen of cirkelende gedachten die ons uit Nu halen. Het geeft ons de mogelijkheid om met onze geest buiten Nu te verblijven (naar een verlopen verleden of een imaginaire toekomst), dankzij onze verworvenheid van een ‘vrije wil’.
Omdat ons Redelijk-centrum zo belangrijk is in het leven van de mens, is de werking ervan ook zeer beïnvloed door externe omstandigheden zoals opvoeding, scholing en conditionering. Het opmerkelijke is dat nu juist dat Redelijk-centrum die verworven gegevenheden in zichzelf zal kunnen herkennen als zinnig of onzinnig. We kunnen ons steeds afvragen: is ons denken functioneel en nuttig of mechanisch en vermoeiend? Is het nieuw en origineel of oud en geconditioneerd? Is het dienstbaar aan innerlijke ontwikkeling of werkt het als een blokkade? Brengt het ons iets nuttigs in Nu, of haalt het ons uit Nu?
Zoals gevoelens gedachtestromen kunnen aanjagen, kunnen onze gedachtestromen allerlei sub-gevoelens aanjagen waardoor ons denken nog meer gevangen raakt in herhalingen van zetten die ons niet adequaat of wispelturig doen handelen. Hierin herkennen we de verkeerde werking van dit Redelijk-centrum. Het doet zich gelden en intervenieert – ook weer mechanisch – in ons voelen en handelen, waardoor niet zinnige ‘sub-gevoelens’ ontstaan en niet-adequate bewegingen, en waardoor de ‘wakende slaap’ in ons wordt aangejaagd. Het is belangrijk om de verkeerde werking van het Redelijk-centrum te leren zien en te stoppen. Elk moment van wakker worden is hiervoor geschikt.
Wat staat ons te doen?
De Vierde Weg als innerlijk bevrijdingstraject bestaat uit het zuiveren en ontwikkelen van drie Centra: die van de Rede, het Gevoel en de Beweging. We noemen dit nu hier de weg van Hoofd, Hart en Handen. Onze waarneming en onze herwaardering voor wat zich in deze drie Centra afspeelt, is de aanvang van ons innerlijke werk. We zullen deze Centra kunnen gaan zuiveren en hun werking ervan gaan stimuleren en verdiepen. De Centra hebben namelijk – zoals je hierboven kunt lezen – de neiging om elkaars werk over te nemen. Hierdoor loopt alles steeds meer verkeerd in onze geest. De op zich zeer intelligente Centra dienen gewoon hun eigen werk te doen en zich niet te bemoeien met de werking van andere Centra. We kunnen die onzuivere werking van de Centra stoppen, omdat we zien dat dit ons in de weg staat voor innerlijke bevrijding en bij onze zelfrealisatie in zelfexpressie. Bestudering en begrip van de zuivere werking van deze Centra maken dat we volop onze talenten kunnen gaan benutten, die tot uiting komen dankzij de zuivere werking van deze drie Centra!
De zuivere werking van deze Centra staat volledig ten dienste van onze Organen van de Geest.
De Vierde weg in drie regels
- Het Redelijk Centrum zuivert, naast het zuiveren van het Gevoel- en Beweging-Centrum, ook haar eigen verkeerde werking (bijvoorbeeld van nodeloos theoretiseren en cirkelende gedachten)
- Het Gevoel-Centrum zuivert, naast het zuiveren van het Rede- en Beweging-Centrum, ook haar eigen verkeerde werking (bijvoorbeeld van negatieve gevoelens en van het reageren op cirkelende gedachten)
- Het Beweging-Centrum zuivert naast haar eigen nodeloze of rusteloze spierbewegingen, ook de bewegingen in de andere Centra die resulteren in energieverlies (zoals door een malende geest met cirkelende gedachten, ontstaan vanuit gevoelsbewegingen, die weer de ongebreidelde gedachten verder aanjagen)
Het schema van de Centra van de geest
Elk Centrum is in drie lagen te verdelen. Elk Centrum heeft een mechanisch deel, een emotioneel deel en een intellectueel deel. De mate van wakkerheid van de Waarnemer in ons, de zuiverheid van ons onderscheidingsvermogen en de ‘bereikbaarheid’ van ons geweten bepalen gezamenlijk in hoeverre deze schematische voorstelling van onze geest zelfreflectief kan wordt waargenomen en begrepen. Naarmate onze Centra zich zuiveren, worden het emotionele en intellectuele deel steeds bepalender voor de kwaliteit en verfijning van ons denken, spreken en handelen. De mechanische delen van onze drie beïnvloedbare Centra worden hierdoor dus geüpgraded. Toch bevindt zich in het mechanische deel van ons Gevoel-centrum onze wakkermaker, die ons op momenten vanuit wakende slaap in een flits in Nu brengt. En in het mechanische deel van ons Redelijk centrum bevindt zich onze waker die ons vervolgens in Nu kan houden, gevoed door ons Magnetisch Centrum dat zich steeds sterker ontwikkelt naarmate het emotionele en intellectuele deel begrepen en dus bepalender worden.