Training t.b.v. Zelfherinnering
“Om vrij te lopen heb je techniek nodig” ~ Johan Cruijff
Om innerlijk vrij te bijven in elke situatie die je tegenkomt, heb je techniek nodig. Techniek doe je op door training, door te oefenen. Je hebt naast een juiste spirituele instelling dus techniek nodig om innerlijk ‘vrij te lopen’ én te blijven.
Er kunnen zich in je leven situaties voordoen waarin de spirituele (vaak theoretische) kennis die je hebt opgedaan niet volstaat om een ‘innerlijke anker’ te behouden. Bijvoorbeeld als je in onaangename situaties belandt en het leven je gaat ’testen’. Dan blijkt misschien dat je de technische ervaring ontbeert die je doet ‘vrijlopen’. Dan kun je innerijk niet vrij blijven. Hieronder staan een aantal oefeningen die je behulpzaam zijn om innerlijk vrij te blijven, mits zo vaak mogelijk toegepast.
Naast de bekende oefeningen als meditatie, mindfulnes en moderne yoga behoren ook deze oefeningen tot wat in de Vedische filosofie karma yoga en sadhana worden genoemd.
.
Doe deze oefeningen zo vaak als je ze herinnert
Stilvallen
Ga ontspannen zitten, je voeten op de grond en voel hoe je lichaam op je stoel zit. Voel alle drukpunten. Voel het lichaam als totaal en alle (levens)stromingen erin. Integreer het innerlijke en uiterlijke voelen. (Het kan ook staande.) Behoud deze voelende waarneming van jouzelf gedurende de volgende stappen. Dat is belangrijk!
Richt je aandacht op het zien. Kijk naar één punt en zie zonder je ogen te bewegen de gehele periferie. Een ‘brede’ blik dus, en zie slechts vormen en de kleuren zonder betekenis.
Proef de smaak in je mond. Ruik de geur van de atmosfeer.
Richt dan je aandacht op het luisteren, terwijl de voelende waarneming van jezelf gehandhaafd blijft. Hoor de geluiden dichtbij maar laat het luisteren ook zo ver mogelijk uitgaan. Hoor slechts klanken en hecht er geen betekenis aan.
Dit is neutraal Waarnemen zonder méér. In volle waarneming met de vijf zintuigen is er geen plaats voor interpretaties, gedachten of oordeel.
Je ervaart nu achter deze zintuiglijke waarneming een onmetelijke stilte en ruimte. Die Stilte, achter alle beweging en geluiden is er áltijd. Die Stilte is de ‘ruimte’ waarin alles opkomt en alles verdwijnt.
Je ervaart nu de neutrale waarnemer als een non-duale toestand in je geest.
Doe deze oefening van ongeveer anderhalve minuut tussen alle activiteiten door.
Wakker wandelen
Maak dagelijks een wandeling van 15 minuten in zelfreflectie.
Realiseer je de volle 10 á 15 minuten “ik wandel”, of juister gezegd: “ik neem mijn wandelend lichaam waar”.
Nadat je je hier aandachtig toe hebt gezet, breid je dit wakkere waarnemen uit met dat je álles om je heen opmerkt/opneemt en ervaart met de vijf zintuigen. De wind, de geuren, de kleuren en beelden, de geluiden, de aanraking van je voeten op de grond, de druk van je kleren, de temperatuur, ALLES. Jouw externe waarnemen is dan zo volledig mogelijk.
Breid dit wakkere waarnemen naar binnen uit. In dit volle gewaarzijn voel je jouw levensstromen: je ademhaling, bloedsomloop, transpiratie, vermoeidheid, spierpijn, fitheid, enzovoort.
In met volle aandacht lopen ervaar je mogelijk ook gevoelens/emoties (en mogelijk de positie ervan in je lichaam). Die komen ook op, zwak of sterk. Je neemt ze waar, meer niet, je gaat in geen enkel gevoel mee door erover te gaan denken.
Ook gedachten komen op. Je merkt ze op als deel van jouw innerlijke waarneming, meer niet, je gaat in geen enkele opkomende gedachte mee en blijft in voelende waarneming wandelen, opmerkzaam van alles in de omgeving.
Je neemt in deze heldere aandacht voor ‘alles’ ook jouw staat van geest waar, die lang niet altijd even helder of aandachtig is en zeker niet altijd optimaal, zonder enig oordeel erover te hebben.
Als het externe en interne waarnemen zo volledig mogelijk samengaan zijn we ‘lopend in een optimaal voelende waarneming van mijzelf in de situatie waarin ik mij bevind.
We ervaren binnen én buiten ‘mijzelf’ tegelijkertijd. Het intern en extern waarnemen integreert. Wandelen in volledige zelfreflectie dus.
Ik zie jou
Iedere onbekende persoon die je tegenkomt neem je wakker waar. Je herinnert je ‘ik zie jou’.
Terwijl je dit doet laat je op welke manier dan ook weten dat je die persoon ziet / ervaart.
Je doet dit zo subtiel mogelijk – door een blik, een opmering of kleine handeling – en het resultaat zal kunnen zijn dat deze persoon zich op een of andere manier gezien weet. Deze ervaart dan iets van verbinding, omdat je een vorm van ‘communicatie’ doet ontstaan.
Je merkt dan ook op of dit door de ander op prijs gesteld wordt of niet. Zo niet, dan stop je ermee, maar blijf je bij de persoon ‘aanwezig’.
Het doel van deze oefening is echter dat jijzelf wakker in zelfreflectie komt / bent op dat moment.
Wie ben jij?
Iedere bekende persoon die je tegenkomt neem je wakker waar.
Je vraagt je bij deze persoon af ‘wie ben jij?’
Je kunt hiermee op dat moment elke ‘framing’ van deze bekende persoon stopzetten.
Een zekere mate van vooringenomenheid, vooral bij familie en vrienden, is heel normaal en heeft een functie. Toch kunnen we hierdoor ‘blind’ worden voor niet eerder ervaren eigenschappen en kwaliteiten. Elke vorm van ‘framing’ houdt ons namelijk gemakkelijk uit een zelfreflectieve waarneming.
Het doel van deze oefening is dat jijzelf wakker in zelfreflectie komt én blijft in de communicatie met bekenden.
Aforisme:
Als je iemand tegemoet treedt zoals ie is, zal ie blijven zoals ie is.
Als je iemand tegemoet treedt zoals ie kán zijn, zal ie kunnen worden zoals ie kan zijn.
Vind het derde punt
“Vind het derde punt, dan lost dualiteit op” is een belangrijk aforisme.
Elke (schijnbare) tegenstelling heeft een ‘derde punt’ dat die tegenstelling opheft. Het derde punt zien, betekent loskomen van onze duale beleving over een of andere tegenstelling. In wezen creëert het derde punt een eenheid binnen oppositie.
Ervaar je een tegenstelling? Vind de gemeenschappelijke eigenschap in deze tegenstelling.
Vind in zelfreflectie ook derde punten bij dingen die je ongelukkig doen voelen en zie dat dit helpt bij jezelf en dus wakker te blijven.
Zoek binnen verscheidenheid wat gelijk is.
Zoek binnen verandering wat bestendig is.
Het vinden en inzien van het derde punt in (schijnbare) tegenstellingen lost uiteindelijk onze innerlijke dualiteit op.
Aandacht op het werkvlak
In het realiseren van zelfherinnering is het kunnen hebben van eenpuntige aandacht cruciaal.
Meestal is onze aandacht ‘verstrooid’ of zelfs ‘gevangen’. Door hier uit te geraken, richten we onze bewuste aandacht op wat ‘het werkvlak’ wordt genoemd. Dit is het punt in onze handerling waar wat gebeurt.
Een goed voorbeeld van aandacht op het werkvlak is deze: je loopt met een dienblad vol gevulde wijnglazen een trap op of af. Het werkvlak bevindt zich daar waar wat gebeurt: de voeten die de treden belopen. Dit doe je met volle aandacht, echter zonder de intelligentie van je Motorisch Centrum te beïnvloeden. Dit kan alleen met een bewuste stille geest. Zodra het denken er zich mee gaat bemoeien, zal het traplopen zelfs instabieler kunnen worden. Aandacht op het werkvlak hebben betekent dan ook niet dat je je ermee gaat ‘bemoeien’ op een oneigenlijke manier. Het is een van de lastigste oefeningen om zuiver uit te voeren. Doe deze oefening dan ook als eerste bij eenvoudige werkzaamheden.
Luister naar je eigen stem
Luisteren naar je eigen stem terwijl je met iemand in gesprek bent helpt je in zelfherinnering te verblijven.
De klank van je eigen stem neem je waar op dezelfde manier als dat je de klank van de ander kunt waarnemen. De klank van je stem bevat veel informatie, bijvoorbeeld over jouw gevoelens, maar ook of je spreekt vanuit identificaties.
Zo leer je ook de stem en intenties van een ander beter interpreteren.
Spreek vanuit ‘ik’
Spreek met anderen altijd in de ik-vorm als je vertelt over wat je hebt meegemaakt.
Het is tegenwoordig heel normaal om in de je-vorm te spreken. Hiermee objectiveren we hetgeen we vertellen op een verkeerde manier. Je plaatst jezelf zo búiten de beschrijving van hetgeen je hebt meegemaakt, met als resultaat minder zelfreflectie.
De je-vorm gebruiken is dus contraproductief voor jouw doel om in zelfherinnering te zijn.
Tijdens het vertellen van wat je hebt meegemaakt zal de ik-vorm maken dat je minder verbeeldingen toelaat, minder gauw liegt en situaties niet mooier of lelijker maakt dan dat ze zijn of waren.
Stop simpele associaties
Associëren is een van eigenschappen van Manas waar we zeer veel aan hebben, want indien functioneel biedt associatie ons intelligente creativiteit op ontelbare gebieden.
‘Simpele associaties’ echter dienen we te allen tijde onmiddellijk te stoppen. Dit zijn associaties die worden aangedragen door Manas, als ware hij een slecht afgerichte hond.
Simpele associaties zijn bij anderen makkelijk te herkennen: je vertelt iemand iets en die ander onderbreekt jouw verhaal moeiteloos met een eigen verhaal, omdat wat jij vertelt hieraan doet denken. “Oh ja, dat ken ik…” en vervolgens krijg je die associatie dan ook te horen. Men is zich nooit van dit mechanisme bewust en de interesse voor wat jij wilde vertellen is meestal compleet verdwenen.
Simpele associaties houden je onbewust en uit zelfherinnering. Je dient deze mechaniciteit in je geest onmiddellijk te stoppen, zodra je het opmerkt. Ga er nooit in mee!
Simpele associaties spelen zich ook in je denken af als er niemand anders bij betrokken is. Het zijn geconditioneerde associaties die een helder onbevooroordeeld denken in Nu in de weg staan, bijvoorbeeld bij het overdenken van een probleem. Merk ze op, beoordeel ze in wakkere zelfreflectie met de Buddhi, en stop ze onmiddellijk als je ziet dat ze je in een staat van ‘cirkelende gedachten’ en dagdromen brengen die je isoleert van de werkelijkheid.
Stop onophoudelijk gepraat
Je ziet jezelf doorgaans als een soort ‘biografie’, een vertelling over jezelf die voortdurend wordt opgebouwd en bestendigd door belevingen, waarnemingen, gevoelens, gedachten, handelingen. Kortom: alle deze dingen worden versterkt door wat je zegt, door ze middels praten en nog eens praten met elkaar in lijn te brengen.
Dit doet een mens om ‘iemand’ te kunnen zijn, om op welke manier dan ook iets te kunnen betekenen. Sommige mensen zijn dan ook geneigd om in aanwezigheid van anderen deze ‘biografie’ voortdurend te ventileren aan wie het maar horen wil, vaak vanuit een persoonlijk lijden veroorzaakt: een ziekelijk te noemen herhaling (vanuit angst en onzekerheid) en bevestiging van dat eigen verhaal, waardoor het stil ervaren van een niet gekleurd Nu steeds moeilijker wordt.
Ook vanuit positiviteit wordt er onophoudelijk gepraat over wat men weet, over wat men vindt of wat men heeft beleefd. Opgedane kennis wordt steeds weer geventileerd aan wie het maar horen wil. Grappenmakers bijvoorbeeld vertellen steeds weer dezelfde grappen en kwinkslagen om te worden gezien als luchthartig en leuk persoon.
Om dit alles achter te kunnen laten bestaat dan ook deze simpele spirituele oefening “Ik stop mijn onophoudelijk gepraat”.
In Zelfherinnering kunnen we goed maat houden als het gaat om wat we allemaal (herhaaldelijk) aan anderen willen vertellen. Stilte en zelfreflectie zullen gaan overheersen. Allerlei andere mechanismen van het ego worden dan ook zichtbaar, waardoor we deze kunnen observeren en achterlaten.
Gebruik geen gemeenplaatsen
Ons taalgebruik wordt sterk beïnvloed door culturele trends. Hoe er in de samenleving wordt gesproken, verandert door de jaren heen. Hierdoor nemen we vaak gemeenplaatsen over en gebruiken die zonder het te beseffen. Dit zijn uitdrukkingen waarvan de oorspronkelijke kracht of intentie verloren is gegaan. Ze klinken vaak afgezaagd, banaal, of zijn verworden tot dooddoeners, stopwoordjes, platitudes en cliché’s. Ze verdwijnen overigens ook zo maar weer.
Dergelijke taal brengt ons weg van onszelf en belemmert echte verbinding met anderen. In gesprekken zorgt het ervoor dat we niet volledig aanwezig zijn, niet geïnteresseerd overkomen en aan zelfreflectie inboeten. Het contact kan daardoor oppervlakkig blijven. Sommige stopwoordjes zijn varianten op “euh…” en hebben nauwelijks betekenis.
Neem bijvoorbeeld de veelgebruikte groet “Alles goed?”. Dit is onmogelijk om eerlijk te beantwoorden. Het standaardantwoord “Kan niet beter” klinkt beleefd, maar is zelden oprecht. Andere veelvoorkomende voorbeelden zijn woorden als “eigenlijk”, “gewoon” en “zeg maar”, die zonder nadenken in zinnen worden geplakt. Het woord ‘uitdaging’ wordt vaak gebruikt in plaats van ‘probleem’. Dit eufemisme lijkt verzachtend, maar onderdrukt eerder het echte gevoel dat erbij hoort.
Het zijn trendwoordjes en zullen weer verdwijnen. Verdwenen zijn inmiddels “weet je wel” en “een stuk” voor een zelfstandig naamwoord (“een stuk bewustwording”).
Het herkennen en vermijden van gemeenplaatsen kan je helpen bewuster en krachtiger te communiceren. Door ze uit je gesprekken te weren, ontstaat meer inzicht, betrokkenheid en natuurlijk meer zelfreflectie. Zelfreflectie leidt tot helderder en directer communiceren, wat zowel je zeggingskracht als je verbinding met anderen versterkt. Deze helderheid zie je zelden in dagelijkse uitwisselingen tussen mensen. Laten we daar verandering in brengen!
Lees hier een aantal voorbeelden van gemeenplaatsen waarmee je kunt stoppen ze te gebruiken.
Stop het uiten van kritiek en negativiteit
Kritiek en negatieve gevoelens zijn een reactie op mensen, situaties en gebeurtenissen die anders zijn dan dat we willen dat ze zijn. Kritiek staat inleving, inzicht en werkelijk begrip voor dat wat we bekritiseren in de weg en hieronder valt natuurlijk ook zelfkritiek.
Zodra er negatieve gevoelens in jou opkomen, uit deze dan niet en als je er al mee begonnen was en dit opmerkt, stop dit dan onmiddellijk. Kritiek hebben is overigens iets anders dan kritisch zijn. We kunnen altijd kritisch zijn en ons ook kritisch blijven uiten, maar kritiek hebben vanuit negatieve gevoelens is spiritueel gezien contraproductief voor onze innerlijke ontwikkeling, want het blokkeert zelfherinnering.
Negatieve gevoelens worden ergens door getriggerd en dat kun je gaan onderzoeken, zodat je de werkelijke oorzaak ervan kunt gaan begrijpen. Dan ontstaat er werkelijk inzicht, komt er een eind aan veroordelingen en projecties en bevrijd je jezelf van onvrede en lijden. Ook het achteraf erover blijven malen, wordt hiermee voorkomen.
Geef het op en draag het op
Een goed voorbeeld van een ik-geef-het-op-intentie is: “Ik geef alle oordelen over mijn lichaam op”.
Het beoefenen van ik-geef-het-op-intenties leiden niet zozeer tot iets ‘doen’, maar tot het ‘laten’ ofwel niet-doen van automatismen.
Je ziet en observeert jouw neiging, behoefte of conditionering als het ware alsof het vóór je in jouw handen ligt. Je neemt de gevoelens en gedachten waar die hierbij omhoog komen. Die laat je volledig toe, maar zonder hierin te ‘bewegen’. Je neemt het gevoel waar wat hierbij zou kunnen opkomen. Je doet dit enige tijd in Stilte.
Vervolgens geef je het op. “Ik geef het op om (nog langer)…”
Vervolgens geef je de neiging, behoefte of conditionering met gevoelens en al terug aan het Zelf, want het is niet ‘van jou’. Je draagt het op deze manier in volle overgave op áán het Zelf, aan jouw hoogste Essentie. Als een schenking. Opgeven is dus tevens opdragen. Het is een gemeenschappelijke actie vanuit ons Redelijk én Gevoel Centrum.
In feite bedank je met deze respectvolle actie je innerlijke beperking of contitionering, voor het feit dat deze je verder hielp bij innerlijke bevrijding. Deze methode brengt dus een proces van bevrijdende onthechting op gang en ontdoet je van identificaties.
Het voortdurend in toewijding opgeven van neigingen, conditioneringen en behoeften geeft dezelfde soort lichtheid die je voelt als je vanuit de regen komend al je natte kleren van je afgooit. Je voelt je inderdaad wat naakt, maar ook verrassend vrij, want wat aan je kleefde, is weg. Zo geven we ons ego op, dat geheel bestaat uit illusies, identificaties, conditioneringen en ‘willetjes’.
Lees hier de volledige beschrijving van de ik-geef-het-op-oefening
Een aforisme is een korte, bondige uitspraak die waarheid, wijsheid, of inzicht uitdrukt. Ze hebben het vermogen om wijze filosofische uitgangspunten in een enkele zin (of een paar zinnen) over te brengen.
Het gaat erom ze innerlijk te affirmeren. Het is wellicht even wennen om deze Sanskriet-affirmaties te reciteren op momenten dat dit belangrijk is. Je zult er door herhaling ‘gevoel’ voor moeten krijgen. Aforismen en mantra’s werken in de oorspronkelijke taal het diepst door, zo zeggen ons de wijzen.
Neti neti
In elke situatie die je van de wijs brengt, affirmeer je neti-neti: ‘Niet dit, niet dit’.
Dit doorbreekt identificaties en voorkomt dat er negativiteit ontstaat in ons emo-mentale systeem.
(De accenten dienen slechts om de klemtoon goed te leggen)
Néti néti (Sanskriet: नेति नेति) is het Sanskriet-aforisme en betekent dus niet dit, niet dit. (neti is afgeleid van na ití: niet zo).
In het Sanskiet refereert Tat (तत्) naar Brahman, het Absolute, in het Nederlands vertaald met Dat. Oospronkelijk afkomstig uit de Upanishads helpt deze recitatie ons de aard van het Absolute te herinneren door alles te ontkennen als ‘waar’ wat niet Dat is.
Voor het verstillen en opschonen van onze geest is deze neti neti-afirmatie behulpzaam, mits vaak toegepast. Je ontkent zo automatisch opkomende identificaties, inclusief niet-functionele gedachten en geestesgesteldheden om een zo non-duaal mogelijk bewustzijn te realiseren. Het is een afirmatie die voortkomt uit ons Redelijk Centrum en is gebaseerd op de intelligente wijsheid dat je niet kunt zijn wat je waarneemt, omdat je Dat (Tat) bent wat waarneemt.
Om Paramatmane Namah
De afirmatie ‘Om Paramátmane Namáh’ kun je het beste vertalen met In ere aan het hoogste Zelf. Je spreekt dit (al of niet innerlijk) uit in een spirituele context, bijvoorbeeld als bevestigende afsluiting van het opgeven en opdragen van innerlijke blokkades (zie vorige oefening).
Deze affirmatie komt voort uit ons Gevoel Centrum en helpt je om in situaties het hoogste Zelf te erkennen en om een gevoelsverbinding met het goddelijke te realiseren.
Het Sanskriet-aforisme ‘Om Paramátmane Namáh’ (ॐ परमात्मने नमः) heeft de volgende betekenis:
Je vangt aan met de heillige klank ‘Om’ (ॐ).
Paramatmane (परमात्मने) betekent ‘aan het hoogste Zelf’. ‘Parama’ betekent hoogste en ‘Atman’ betekent Zelf. De ‘Paramatman’ is dus het universele, allerhoogste Zelf dat als goddelijke Essentie in alles aanwezig is.
Namah (नमः) betekent In eerbetoon.
Wie meer over de oerklank AUM wil weten kan deze ‘podcast’ beluisteren.
Zet wekkers!
Als je bovenstaande oefeningen serieus neemt, kan het in huis plaatsen of aanwijzen van bepaalde objecten je helpen ze te herinneren. Objecten als beeldjes, kristallen, wandprenten, altaartjes, kaarsen, enzovoort, kunnen dienen als herinnering aan wat je dagelijks te doen staat om je innerlijke doel te realiseren. Ze herinneren jou jezelf te herinneren.
Als je ze ziet, dus tegenkomt in huis, en erbij stil staat of ze even vasthoudt, kom je tot jeZelf. Deze dingen staan dan in feite voor alles wat werkelijk belangrijk voor je is en het versterkt je Magnetisch Centrum.
Simpele of mooie objecten, mét de betekenis die je eraan geeft, worden waardevolle ‘reminders’ en zijn van invloed op vastberadenheid én gevoelsintentie. Sommige objecten (zoals kristallen) geven ook werkelijk kracht en richting, mits je innerlijk al richting hebt gekozen (want ‘uit zichzelf’ doen ze niet veel).
Dit soort fysieke reminders zijn belangrijk, want in de wakende slaap sukkelen is nou eenmaal ego’s grootste vriend (en wapen) om ons wakkere Zelf ‘eronder’ te houden. Deze reminders zijn in feite wekkers. Zet dus wekkers in huis!
© Michiel Koperdraat
“Kijk…”: wordt vaak gebruikt aan het begin van een zin, zonder uitleg waarom/waarnaar specifiek gekeken moet worden.
“Eigenlijk” wordt zonder enige betekenis overal tussen geplaatst.
“Alles gebeurt met een reden” is een filosofische platitude die leeg aanvoelt.
“Lekker bezig!” wordt vaak als compliment gebruikt, maar klinkt hol of sarcastisch.
“Klopt!” wordt vaak herhaaldelijk als bevestiging gebruikt.
“Nou ja, je weet wel…” laat de boel open waardoor men niks kan weten.
“Ik heb het gevoel dat” i.p.v. “ik denk dat” is misleidend, want het slaat vrijwel altijd op gedachten en niet op gevoel.
“Helemaal goed!” is een overdreven bevestiging die niks toevoegt en geen (opr)echte mening weergeeft.
“Snap je wat ik bedoel?” of “begrijp je?” wordt vaak aan het eind van een zin toegevoegd, zelfs als de uitleg al helder is.
“Lekker belangrijk”: een meestal cynisch bedoeld cliché dat niks (verbindends) toevoegt aan een discussie.
“Eerlijk gezegd…” geeft de indruk dat alles wat eerder werd gezegd minder oprecht was; contraproductief dus.
“We gaan ervoor!”: wordt vaak gebruikt bij motivatiepraatjes, maar voegt weinig inhoudelijks toe.
“Het is wat het is”: een dooddoener die meestal niets bijdraagt aan een oplossing of inzicht.
“Het komt wel goed” is een geruststelling die geen echte oplossingen biedt.
“Je moet het ook positief bekijken” is een ongevraagd advies dat meestal overkomt als dooddoener.
“We moeten het een plekje geven” gebruikt men bij verlies of verandering, maar is oppervlakkig en schept afstand.
“Ik ben hier helemaal klaar mee!” is een mentaal wegwerpgebaar dat zegt “ik wil dit niet meer, maar ik weet niet hoe ik ermee moet omgaan”.
“Dat kun je wel zeggen” is een instemmende opmerking die weinig toevoegt.
“Dat is wel een dingetje” is een vage beschrijving die niet duidelijk maakt wat er precies bedoeld wordt.
“Een soort van…” is een anglicisme dat moet worden vermeden, zoals alle anglicismen.
“Ik hoor je” klinkt empathisch, maar wordt vaak als lege beleefdheid gebruikt zonder iemand werkelijk tegemoet te komen.
“Laten we het even parkeren” stelt dingen uit zonder een oplossing te bieden.
“Euh, ja, precies” wordt meestal gedachteloos gezegd om een stilte op te vullen.
“Gewoon even doen” klinkt makkelijk, maar negeert complexiteit of context of empathie.
“Het geeft je ook iets” hoor je wel zeggen om een negatieve ervaring te verzachten, maar voelt leeg aan.
“Daar heb ik geen woorden voor”: zinloos, want het is een frase met woorden.
“Het komt zoals het komt” is een nogal fatalistische opmerking die de eigen invloedsfeer ontkent of die geen steun biedt.
“Ik zeg het maar even” wordt gebruikt om iets onbenulligs aan te kondigen of om advies op te dringen.
“Ik wil me nergens mee bemoeien, maar…” idem.
“Je weet hoe dat gaat”: een nikszeggende afsluiter.
“We gaan het zien” wordt ook als afsluiter gebruikt, zelfs om het gesprek te stoppen.
“Ik kan hier niks mee” wordt achteloos gebruikt om iets af te kappen zonder het verder te bespreken en verbreekt verbinding.